De rechtbank in Zutphen behandelt de zaak van een 42-jarige man die wordt verdacht van het bekrassen van 86 auto’s in Harderwijk. De vernielingen vonden plaats in de nacht van 14 op 15 maart 2025 en veroorzaakten duizenden euro’s schade.

Volgens het Openbaar Ministerie (OM) wijst veel bewijs richting de verdachte, die destijds in het asielzoekerscentrum van Harderwijk verbleef. Op camerabeelden is te zien dat hij zich die nacht op meerdere plekken in de stad bevond waar auto’s later beschadigd bleken. Op één van de beelden raakt hij zelfs met zijn hand een motorkap aan die later bekrast werd. Ook is op een ander fragment een krassend geluid te horen vlak nadat hij uit beeld loopt.

De verdachte verklaart echter onschuldig te zijn en zegt enkel blikjes te hebben gezocht om in te leveren voor statiegeld. Hij ontkent iets met de schade te maken te hebben. Zijn advocaat stelt dat er geen direct bewijs is dat hij daadwerkelijk auto’s bekrastte. Er is bovendien geen onderzoek gedaan naar mogelijke sporen op voorwerpen die hij bij zich had.

Volgens het OM zou de man hebben gehandeld uit boosheid over zijn situatie in Nederland, omdat hij moet terugkeren naar Irak. Eerder zou hij ook in verband zijn gebracht met andere bekrassingen, maar die zaken kwamen nooit voor de rechter.

De officier van justitie eist een gevangenisstraf van één jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk – in totaal zeventig weken, één week per beschadigde auto. Na het uitzitten van zijn straf zal de uitzetprocedure naar Irak worden hervat.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak in deze zaak.