De 40e Barneveldse Ballonfiësta zit er weer op, maar voor landeigenaren in de omgeving ging het feest nog een dag langer door. Zij mochten maandagavond een gratis ballonvaart maken. Luchtballonnen landen op hun land, dus organiseren drie Barneveldse ballonbedrijven samen de zogenoemde ‘bedankvaart.’ Vijf ballonnen met landeigenaren zijn de lucht in gegaan.
“We zijn de landeigenaren heel erg dankbaar”, vertelt piloot Anne Keikes. Het hele jaar door vaart Keikes in de regio van Barneveld. Het opstijgen hangt af van de windrichting, maar het landen vindt bijna altijd daar plaats.
Stuurloos
De landing is van tevoren lastig te plannen, waardoor ze altijd onverwachts en onaangekondigd in iemands wei kunnen landen. “We zijn afhankelijk van de wind”, legt de piloot uit. En even bijsturen, dat kan niet in een ballon. “Even links afslaan kan niet, want we hebben geen stuur. We gaan waar de wind ons brengt.” Volgens piloot Anne Keikes is dat de beste plek. “Op het moment dat we 50 minuten in de lucht hebben gehangen gaan we op zoek naar een geschikte landingsplek. Ver weg van vee en dichtbij de weg.” Landeigenaar Guus Bouw heeft zo’n geschikte landingsplek. Dit jaar heeft hij al drie ballonnen op zijn boerderij zien landen. “Over het algemeen is het altijd prima. Ze landen meestal in het weiland waar niets loopt. Dat is voor hun handig en onze dieren hebben er dan geen last van.”
‘Het is altijd prima’
Als de ballon eenmaal in een weiland staat, wordt er wel toestemming gevraagd of ze er met de auto bij mogen. Piloot Keikes geeft de landeigenaren achteraf altijd een ‘leuk pakketje’ als bedankje, maar een keer per jaar wordt er ook een ballonvaart verloot: “Ze vinden het hartstikke leuk dat ze vanavond mee mogen varen.” Maar zo hoog in de lucht hangen, is wel even wennen volgens Bouw: “Ik vond het eerst spannend, maar nu we zo hierboven hangen is het een bijzondere ervaring”. Wellicht dat hij zijn eigen boerderij nog kan ‘spotten’ vanuit de mand. “We gaan wel die kant op, maar heb net gehoord dat die niet kan sturen. Dus ja…”
Bron: Omroep Gelderland