Al maandenlang is er grote kritiek op de stikstofhandel. De overheid, agrariërs of commerciële partijen kunnen stikstofrechten van een boer overnemen om die op een andere plek weer in te zetten. Voor sommige (bouw)projecten is namelijk stikstofruimte nodig, omdat het project leidt tot meer uitstoot en dat terwijl er in natuurgebieden geen druppel extra stikstof meer mag neerkomen. Maar volgens de ChristenUnie (CU) leidt de handel, die de natuur moet beschermen, juist tot extra uitstoot.
In Gelderland kocht Rijkswaterstaat het afgelopen jaar agrariërs op om zo de verbreding van snelweg A27 mogelijk te maken. Ook de Schiphol Group ging ‘de boer op’ om stikstof te kopen voor vluchten naar Vliegveld Lelystad.
Provinciale politieke partijen maakten eerder al duidelijk zich ongemakkelijk te voelen bij de handel in stikstof. Het wordt zelfs stikstofroof genoemd. Het probleem is dat boeren worden weggekocht, maar dat niet gekeken is naar de gevolgen voor de provincie. Gelderland wil inzetten op een afweging tussen alle belangen.
De provincie probeert het overnemen van stikstofrechten door Rijkswaterstaat en Schiphol tegen te houden, door niet mee te werken aan dit soort projecten, maar het is de vraag of dat juridisch houdbaar is.
Fabriek
De ChristenUnie wil nu dat de stikstofhandel helemaal aan banden wordt gelegd. De uitwisseling zou volgens hen slecht zijn voor de natuur. Uit een onderzoek van CU blijkt dat door een boer dichtbij een natuurgebied op te kopen en veel verder bijvoorbeeld een fabriek neer te zetten, er uiteindelijk véél meer stikstof wordt uitgestoten.
Bovendien wordt er alleen maar gekeken naar de stikstof die binnen 25 kilometer weer neerkomt, de verdere gevolgen zijn volgens Gelders CU-voorman Dirk Vreugdenhil onvoldoende in beeld. “We weten dat maar – maximaal – 30 procent binnen 25 kilometer neerkomt. Door niet naar de totale uitstoot te kijken, kan je met gekochte stikstofrechten veel meer extra stikstof uitstoten. Uit onze berekeningen blijkt dat verplaatsen van stikstof tot een hogere uitstoot van bijna 200 keer kan leiden.”
Ontsporing
Ook Ralph Frins, universitair hoofddocent, is kritisch op de stikstofhandel. “Het is een moeilijk verhaal. Op zich is de stikstofhandel toegestaan. Het gebeurt al meer dan tien jaar. Zolang je kunt waarborgen dat de staat van de natuur niet achteruit gaat moet het kunnen, vind ik. Het is één van de weinige manieren waarmee je toch nog een project dat leidt tot een toename van stikstof, kunt starten.”
“Maar”, gaat hij verder, “Misschien is er wel sprake van ontsporing. Partijen gaan op zoek naar stikstofruimte en daar zijn grote sommen geld mee gemoeid.” Frins neigt naar een rem op de huidige stikstofhandel. “70 procent van de uitstoot van een boer die stopt, kan gebruikt worden. Dat wordt al minder, wat ook het Rijk wil naar 60 procent en dat is een stap in de goede richting. Maar het baart mij wel zorgen dat er in de stikstofhandel ook gebruik wordt gemaakt van slapende vergunningen, dus dat er op papier geen toename is, maar in de praktijk wél. En daar moet ook een rem op komen. Als we dat allemaal goed regelen dan herstelt de natuur. Dat is weer goed voor een uiteindelijke oplossing van het stikstofprobleem.
‘Recht van de sterkste’
De ChristenUnie vindt dat de overheid de grip op de stikstofhandel inmiddels heeft verloren. “Nu geldt het recht van de sterkste. Wie trekt de grootste portemonnee?”, zegt Vreugdenhil. “De overheid moet regie pakken en zorgen dat de natuur écht verbetert.” De partij stelt onder meer voor dat stikstofbanken, die stikstofrechten beheren, de leiding krijgt over het uitdelen van stikstof.
Bron: Omroep Gelderland