Omroep Gelderland: David uit Harderwijk vindt beestje dat al een eeuw niet is gezien

David Sies uit Harderwijk ging vandaag, zoals wel vaker, naar het Kootwijkerzand om op zoek te gaan naar spinnen. Deze keer vond hij geen spin, maar een heel ander bijzonder beestje dat al 122 jaar niet meer is gezien in ons land.

Sies is predikant, maar in zijn vrije tijd gaat hij graag de natuur in met een zeef. “Ik was nu op het Kootwijkerzand om ‘spinnen te zeven'”, zoals hij het omschrijft. Het is zijn uit de hand gelopen hobby, vertelt hij lachend. “Ik heb dan een rooster met gaatjes. Daar doe ik bladeren, naalden en schors is. Als ik zeef, valt het gruis in de zak. Dat doe ik in een bakje en neem ik mee naar huis.”

Bijvangst in het gruis

Eenmaal thuis vindt hij het leuk om door het gruis te spitten, op zoek naar spinnen en ander leven. “In het strooisel is altijd wel wat te vinden”, vertelt hij. “Er is vaak bijvangst, zoals kevertjes en wantsen.” En daar viel ook nu zijn blik op. “Er kroop een heel klein wantsje rond. Ik vond hem er opvallend uitzien, want hij had een wat grotere kop.”

Hij herkende het beestje niet, dus hij maakte foto’s en raadpleegde de website waarneming.nl. “Daar kwam de naam Grootkopboloogwants naar voren. Even later kreeg ik ook de bevestiging van de wantsenkenner: het ging echt om deze soort.” En dat is bijzonder. Volgens de website is de soort voor het laatst in 1902 gezien in Nederland. “Hij hoort bij de familie van de boloogwantsen.” Ze hebben vaak een slechte naam, dankzij het verre neefje de bedwants. Onterecht volgens Sies: “Dat is meeuwen en mussen vergelijken. Er zit een enorme verscheidenheid in.”

‘Lekker dichtbij’

Sies is vervolgens aan de slag gegaan met zijn camera. “Ik heb foto’s gemaakt met een macrolens en nog een extra lensje ervoor. Daarmee kan je lekker dichtbij komen.” Op een dennennaald of naast een lieveheersbeestje: de foto’s zien er indrukwekkend uit. “Je kan goed zien hoe klein het beestje is.”

Nog een leuk feitje over deze wants is dat het een vleeseter is, weet Sies. “Ze eten luizen en ‘van dat kleine spul wat op de bodem leeft.”

Verdrietig eind

En nu? Wat gebeurt er met het dier? Dat is een beetje een verdrietig verhaal. “Ik had de wants weer in een doosje gezet met wat gruis. Toen ik hoorde dat hij behoorlijk zeldzaam was, ging ik weer naar hem op zoek. Toen zag ik hem dood tussen het gruis liggen.”

Nu staat het beestje op alcohol. “Ik weet niet of iemand hem wil hebben. Ik heb wel vaker spinnen gevonden die uiteindelijk naar Naturalis in Leiden zijn gegaan. En soms houd ik ze zelf.”

Bron: Omroep Gelderland

Facebook
Twitter
WhatsApp

Gerelateerde berichten

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *