De strafzaak tegen de twee bedrijven achter de productie en verkoop van de Stint, een elektrische vervoerskar voor kinderen, is opnieuw uitgesteld. De zaak, die oorspronkelijk in maart 2025 zou beginnen, krijgt meer tijd voor de voorbereiding, meldt het Openbaar Ministerie (OM). Dit komt door de ontvangst van nieuwe rapporten die verder onderzoek vereisen. Edwin Renzen, directeur van Stint Urban Mobility uit Putten, begrijpt de vertraging, maar vindt dat de zaak nu wel snel behandeld mag worden.
De zaak draait om de producenten van de Stint, waaronder Stint Urban Mobility, die worden vervolgd voor het in de markt brengen van een gevaarlijk product. Het OM beschuldigt de bedrijven ervan te weten dat de Stint onveilig was, maar dit voor de afnemers en gebruikers te verzwijgen. De bedrijven en twee leidinggevenden worden vervolgd voor het verkopen van een product dat niet voldeed aan de geldende veiligheidseisen. Het OM verwijst naar een tragisch incident in 2018 in Oss, waar vier kinderen omkwamen doordat de Stint niet voldeed aan de noodzakelijke veiligheidseisen. De remmen functioneerden niet goed, de accu’s verslechterden snel, en de Stint was niet voorzien van een noodstopvoorziening.
De oorspronkelijke Stint werd bedacht in Zeewolde en gefabriceerd in Putten. Het product werd op grote schaal gebruikt door kinderdagverblijven in verschillende gemeenten. De zaak heeft grote gevolgen voor de betrokken bedrijven, maar ook voor de regio’s waar de Stint veel werd ingezet. Het uitstel biedt meer tijd voor het onderzoek, maar de verwachting is dat de zaak binnenkort alsnog van start gaat.