Vanaf het moment dat wethouder Hugo Weidema in december 2022 ‘het dossier Tomassen’ in portefeuille kreeg, houdt die ene vraag hem veel bezig. Anders gezegd: hoe komen we verder? Want de situatie rondom de eendenslachterij heeft alle betrokkenen vooral negatieve energie gekost. Nee, Weidema draait er niet omheen: het is inderdaad een dossier waar je hoofdpijn van krijgt. Toch wist-ie als bestuurder ‘heel goed’ waar hij aan begon en ook waarom. Inmiddels is er een belangrijke stap gezet richting een oplossing. Hoe kijkt hij terug? En hoe nu verder?
De discussies rondom ‘Tomassen Duck-To’ – het bedrijf aan de Fokko Kortlanglaan – ontstonden in 2016. Dat is ver voordat Weidema wethouder werd. Het verhaal is inmiddels zo complex – ook in juridisch opzicht – dat het niet meer in een paar volzinnen valt uit te leggen. ‘Dat is ook te merken aan de berichten in de media’, zegt Weidema zonder cynisch te willen zijn. ‘Ik snap heel goed dat het ook voor journalisten lastige materie is. Maar vaak wordt alleen een tussenstap uitvergroot. Daarmee doe je geen recht aan het hele verhaal, maar draagt het vooral bij aan beeldvorming.’
Lastige materie
Tijd dus voor een completer verhaal, vindt Weidema. Vandaar dit interview. Want hij heeft vorig jaar stevig onderhandeld met Tomassen. Met als resultaat een, inmiddels getekende, intentieovereenkomst; het bedrijf is bereid om de veelbesproken vergunningaanvraag uit 2018 drastisch aan te passen. Op aandringen van de gemeente gaat de slachterij de
vergunningaanvraag verlagen van 10 miljoen eenden per jaar naar maximaal 6,1 miljoen in 2026, het niveau van 2016.
‘De techniek, en ook de wet- en regelgeving zijn de afgelopen jaren veranderd. We denken hiermee de situatie recht te doen’, vertelt Weidema. Bovendien zijn die nieuwe technieken juist een voordeel: de wet schrijft inmiddels innovatieve luchtwasserinstallaties voor die meer geur voorkomen. De productie van de slachterij wordt met de aanvraag begrensd en daarmee ook de bijkomende activiteiten, met alle positieve effecten voor de omgeving van dien. ‘Dat is onze stellige overtuiging’, zegt Weidema.
Voor de lange termijn is overeengekomen dat het bedrijf wil meewerken aan een verhuizing naar een nieuw bedrijventerrein ‘ergens langs de A28’ in Ermelo. Streefdatum voor die verhuizing: uiterlijk 2035. Dat nieuwe terrein is bedacht als opvolger van het huidige Kerkdennen, maar ook Tomassen heeft daar – ook milieutechnisch gesproken – meer ruimte. Op de huidige locatie van het bedrijf ligt een woon-werk-bestemming en daar kunnen dan nieuwe woningen komen. ‘Dit lijkt voor alles en iedereen een win-winsituatie’, aldus Weidema.
Vertrouwen in het vervolg
Zover zijn we echter nog niet. Vóór 1 maart dit jaar moet Tomassen eerst die vernieuwde vergunningaanvraag indienen. De keuze daarvoor ligt bij de ondernemer, zegt Weidema. ‘Ik heb vertrouwen in het vervolg, want ook bij het bedrijf is het besef gegroeid dat dit het moment is om het op te lossen. Ik ben daarin heel duidelijk geweest: als ze alsnog afhaken, dan vervallen ook alle afspraken van onze kant.’
Een belangrijke stap in dit hele proces is dat de gemeenteraad afgelopen december akkoord ging met de uitgangspunten voor de nieuwe vergunning, die door Weidema wordt omschreven als ‘de uitweg naar een oplossing voor alle partijen’. Dus ook voor omwonenden, waarvan een aantal zich heeft verenigd in de stichting DOEH. Weidema: ‘Toen ik aan deze klus begon, wist ik al dat we geen honderd procentoplossing kunnen bieden aan alle partijen. Het wordt voor iedereen een beetje geven en nemen. Maar ik ben blij – en ook wel trots – dat we nu zicht hebben op een route naar een oplossing.’
Toch nog even terug naar dat grotere plaatje, ‘het hele verhaal’ dat volgens Weidema vaak achterwege blijft als het gaat om dit dossier. Voordat hij zijn versie geeft, vertelt hij:
‘Ik kende de situatie vooral als krantenlezer, dus ik heb mij daar als nieuwe bestuurder echt in moeten verdiepen.’
‘Ik heb geen historie met deze kwestie, geen emotionele betrokkenheid. Ik probeer de procedure te volgen en heb mij voorgenomen vooral te werken aan een oplossing.’
Zijn partij één-Ermelo kwam in 2022 als een van de winnaars uit de bus bij de gemeenteraadsverkiezingen. ‘Een van onze speerpunten was dat we een andere bestuurscultuur wilden in Ermelo. Open en transparant. Daarnaast wilden we ook graag gevoelige dossiers, zoals het dossier Tomassen, beleggen bij een bestuurder die politiek verantwoordelijk kan worden gehouden; een wethouder. Ik wist van tevoren dat het een pittig dossier was, dat is duidelijk.
‘Ik vond het mijn verantwoordelijkheid om deze taak op te pakken en hier samen met alle betrokkenen voortgang in te boeken.’
En over dat grotere verhaal: ‘Ik probeer het voor het gemak dan toch wat plat te slaan. Het gaat om een bedrijf dat al zestig jaar op dezelfde locatie zit. De ondernemer is er zelfs geboren. Het is ontstaan in een schuurtje achterop het erf en daarna zijn ze flink gegroeid. In 2016 kwam daar op stel en sprong een overname bij van de productie van de slachterij V.S.E. uit Harderwijk. Daardoor ging de totale productie omhoog, wat betekende dat de ondernemer de vergunning moest aanpassen. Uiteindelijk is in januari 2018 die aanvraag ingediend. Feitelijk gezien is de situatie dat die aanvraag nog steeds op tafel ligt en dat daarover nog geen definitief besluit is over genomen.’
De intentieovereenkomst van afgelopen december houdt dus in dat er – na zes jaar discussie ‘en eindeloos gedim-dam’, zoals Weidema het noemt – een vernieuwde aanvraag in voorbereiding is die de oude uit 2018 vervangt. In de tussentijd heeft het bedrijf wel volop kunnen produceren, vertelt de wethouder. ‘Dat is niet goed uit te leggen aan inwoners, want hoezo kan dat dan? Er is immers nog geen nieuwe vergunning. Bovendien kwamen er meldingen van overlast door omwonenden en werden er door de Omgevingsdienst meerdere overtredingen geconstateerd. De – overigens onterechte indruk – ontstond vervolgens dat de gemeente niets deed en dat de ondernemer zijn gang kon gaan. Onder andere door opeenvolgende berichten in de media. ’
Hij vervolgt: ‘De ondernemer heeft zelf ook voor vertraging gezorgd. Maar ook politiek en bestuurlijk gezien heeft er genoeg gespeeld waardoor er periodes zijn geweest waarin er weinig voortgang in dit dossier was. Dat heeft de zaak geen goed gedaan en daar heeft ook de politiek uitgebreid over gesproken. Maar laat een ding duidelijk zijn: het is niet zo dat de gemeente alles maar liet gebeuren en niet heeft opgetreden.’
Meerdere dwangsommen opgelegd en ingevorderd
Dat laatste legt hij uit: ‘In de afgelopen periode heeft de gemeente meerdere dwangsommen opgelegd en ook ingevorderd. Onder meer voor het overtreden van de werktijden en de hoeveelheid vervoersbewegingen van en naar het bedrijf. Tomassen heeft moeten betalen.’
Maar waarom mag het bedrijf nog steeds produceren? ‘Omdat er zicht is op legalisatie. Dat is per wet zo geregeld’ legt Weidema uit. ‘In 2018 deed Tomassen een aanvraag voor een nieuwe vergunning. In diezelfde periode heeft het bedrijf ook onderzoek laten doen, is een nieuwe luchtwasser geplaatst en zijn benodigde stukken voor die vergunning aangeleverd. Daarmee heeft het bedrijf aan de wet- en regelgeving voldaan. Tomassen liet zien dat ze bereid waren om te doen wat nodig is voor de juiste vergunning. Dan moet je als overheid van hele goeden huize komen om te zeggen: we gaan die aanvraag niet in behandeling nemen.’ In 2019 gaf de gemeenteraad vervolgens unaniem een ‘verklaring van geen bedenking’ af, waarmee het legaliseren van die uitbreiding nog meer in beeld kwam.
Nog iets anders. Bij die intentieovereenkomst van afgelopen december ontstond enige commotie rondom de dwangsommen, weet Weidema. ‘We hebben een aantal dwangsommen nog niet ingevorderd, omdat het bedrijf bijtijds liet weten mee te willen werken aan een nieuwe vergunningaanvraag. Dat hebben we dus onderdeel gemaakt van de intentieovereenkomst. Bovendien had het bedrijf eerder al een tijdelijke vergunning gevraagd en gekregen voor deze activiteiten.’ Een dwangsom is geen boete, maar een hulpmiddel om een situatie te herstellen, legt Weidema uit. ‘Als een ondernemer aantoont te willen meewerken via een nieuwe vergunningaanvraag, dan mag je die dwangsommen ook weer intrekken. Dat is geen cadeautje van ons. Want als het bedrijf niet meewerkt, komen de dwangsommen terug. Dat staat in diezelfde overeenkomst.’
Het is nu tijd voor verandering, vindt Weidema. ‘Laat ik het in plat Hollands zeggen: ik ben het gedoe eromheen meer dan zat. De partijen zaten allemaal ingegraven in schuttersputjes en keken over de randen naar elkaar. Er miste een heldere route, een gezamenlijke stip op de horizon. Die is er nu wel en ik vind dat inwoners recht hebben op die uitleg en transparantie.
Ik vertel graag het hele verhaal, maar zoals je merkt: dat lukt dus niet in drie volzinnen.’