Ermelo neemt afscheid van burgemeester Dorine Burmanje

Na twee boeiende, maar ook intensieve jaren neemt Dorine Burmanje (68) afscheid als waarnemend burgemeester van de gemeente Ermelo. Het was commissaris van de Koning John Berends die haar eind 2020 benaderde voor deze eervolle ‘spoedklus’. Na het vroegtijdig vertrek van André Baars was er behoefte aan iemand die rust en duidelijkheid kon brengen. Hoe kijkt zij terug op de achterliggende periode? En wat gaat ze hierna doen? We vroegen het haar in een interview.

We spreken ‘Dorine’ in haar werkkamer. Ja, ze wordt graag bij de voornaam aangesproken, ook al zijn we dat op de Veluwe niet zo gewend bij een burgemeester. Lachend: ‘Dat heb ik gemerkt. Meestal zeg ik: Doe vooral wat je zelf plezierig vindt.’ Dorine was iets verlaat voor de afspraak, ze moest van buiten komen. Maar in een ommezwaai zit ze aan tafel en is er alle aandacht voor een goed gesprek. Hartelijk, open, helder. Het zijn veelgehoorde omschrijvingen van haar persoonlijkheid.

‘Iemand die je meteen vertrouwt’, zei een van de naaste medewerkers in voorbereiding op het interview. En dat vertrouwen wilde Dorine ook graag brengen in Ermelo, blijkt uit haar eigen verhaal. Daarover straks meer. Eerst die wonderlijke aanloop naar het burgemeesterschap. Want ze had nul ervaring op dat vlak. Dorine heeft leidinggevende en bestuurlijke functies gehad bij EnergieNED, Waterschap Rijn en IJssel en het Kadaster. Nog altijd is zij onder meer president- commissaris bij de ANWB en commissaris bij EXXON Mobile Benelux en de Keukenhof. Een CV die er mag zijn, maar burgemeester worden? Had ze dat ook in zich?

Een juist moment

‘Het was compleet nieuw voor mij, maar er lag een specifieke vraag en dat trok direct mijn aandacht. Er was in Ermelo bepaald geen fijne situatie; een burgemeester die was opgestapt, bestuurlijke onrust, voortslepende dossiers. John Berends belde en ik moest vrij snel beslissen. Ik dacht wel: okay, maar waarom ik? Laat mij op z’n minst even inlezen wat er speelt.’

Over de situatie in Ermelo lag een rapport van de NSOB; de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. ‘Toen ik dat had gelezen, wist ik dat iets zou kunnen bijdragen. Ik zag veel zaken rondom communicatie en misverstanden. Boos zijn op elkaar, frustraties. Maar ook pijn, verdriet, miskenning. Dat stond niet letterlijk in het rapport, maar ik las ‘t tussen de regels door. Mijn eerste gedachte? Tjonge, wat hebben verschillende partijen hier verschillende emoties bij een en dezelfde gebeurtenis.’

Het was middenin coronatijd en John Berends belde in november, weet Dorine nog. ‘Het verzoek kwam precies op een juist moment. Ik ben op leeftijd, mijn loopbaan hangt hier niet mee samen, ik ben partijloos; ik kon er helemaal zijn voor Ermelo. Ik heb het nog wel aan mijn kinderen voorgelegd, maar mijn dochter zei: Mam, waarom vraag je dit, want ik zie aan je ogen dat je tóch wel ja gaat zeggen.

Dat ze een vrouw is, zou in dit verhaal geen rol moeten spelen, vindt ze. Maar terugkijkend begrijpt ze wel waarom die vrouwelijke  inbreng iets heeft bijgedragen. ‘Het vorige college was een mannengezelschap en laat ik het voorzichtig zeggen: vrouwen hebben vaak een andere kijk op dingen, een andere manier van communiceren. Als ik voor mijzelf spreek: ik wil gewoon zaken oplossen en met elkaar iets bereiken. Het was niet mijn ambitie om lange tijd burgemeester te zijn; ik wilde vooral rust, ontspanning en werkplezier brengen.’

Soms wilde ze iets te snel, merkte ze in contact met bestuurders. ‘Mensen grepen terug op hoe het was gelopen en dan zei ik: “Okay, hebben we dat nodig om verder te kunnen? Nee? Nou, vooruit dan…” Dan was ik wellicht te voortvarend, want er mag ook tijd zijn om achterom te kijken en te verwerken. Dat is voor mij een les geweest.’

Vanaf het moment dat ze aantrad, ging ‘in huis’ de druk van de ketel, merkte ze. Bijna als vanzelf. Ook al heeft haar vrolijke inborst daar ongetwijfeld aan bijgedragen. ‘Ambtenaren en collegeleden stroopten de mouwen op en hadden weer zin om aan het werk te gaan en het gedoe achter zich te laten. Het was in dat opzicht niet eens ingewikkeld om er weer gang in te krijgen. Natuurlijk waren er in het college bepaalde gewoontes ingeslopen. Als ik die niet prettig vond, dan merkte ik dat direct op en daar is goed rekening mee gehouden. En ja, ik ken de verhalen over hoe het verliep voor mijn komst – het zijn ook vier totaal verschillende heren. Maar ik heb een héle prettige tijd met die mannen gehad en er is verschrikkelijk veel werk verzet. Ik kan niet anders zeggen.’

Ook de gemeenteraad bleef niet stilzitten, maar pakte de handschoen op, vertelt Dorine. ‘Raadsleden hebben samen een werkprotocol opgesteld en er is aan zelfreflectie gedaan om dingen beter te maken. Je merkt nu ook dat coalitie en oppositie beter samenwerken, ook bij het gezamenlijk indienen van moties, bijvoorbeeld. Dat staat bijna symbool voor die verandering en het nieuwe vertrouwen.’

Dankzij gemeentesecretaris Aldrik Westrate vond Dorine al snel haar weg in het Ermelose. ‘Procedures, protocollen; bijna alles was nieuw en ik vond het knap lastig om daar thuis in te raken. Zeker in die beginperiode, toen de meeste overleggen nog online waren vanwege de coronarichtlijnen. Veel mensen hebben mij geholpen, van secretariaat tot raadsgriffie. Maar de gemeentesecretaris was de stabiele factor – zijn steun is onmisbaar geweest.’

Dorine maakte de tweede helft mee van de vorige coalitieperiode, gevolgd door verkiezingen en inmiddels werkt ze samen met een nieuw college en een nieuwe gemeenteraad. Die overgangen hebben veel energie gekost. ‘Het valt mij op hoeveel inzet er nodig is om iedereen op tijd bij te praten en mee te krijgen in het proces. Als buitenstaander verkijk je je daarop.’ Ze is ook kritisch: er gaat in gemeenteland veel kostbare tijd verloren door die vierjaarlijkse wisseling van college en gemeenteraad, constateert Dorine. ‘In die afbouw- en opbouwperiode worden minder makkelijk grote besluiten genomen. In het bedrijfsleven zou dit absoluut onwerkbaar zijn.

Durven doorpakken

Ze heeft genoten van Ermelo en haar inwoners, maar vond het de eerste periode, door de coronacrisis, niet altijd makkelijk om écht contact te maken. Dat lag vooral aan de coronasores. ‘Toen ik kwam, ging alles op slot. Via videoboodschappen heb ik mij tot inwoners gericht, maar veel liever wil je door het dorp lopen en mensen spreken. Da’s nou net het leuke van het vak en daarin heb ik wel iets gemist. Ik merk nu pas hoe fijn het is om die burgermoeder te zijn; dat je mensen een hart onder de riem kunt steken.’

Desondanks had ze haar handen vol. Er lag genoeg op het bordje. ‘Sowieso de coronaperikelen, maar ook de opvang van Oekraïense vluchtelingen, de opvang van de kinderen van Ruinerwold, asielzoekersvraagstukken, boerenprotest, woningnood… Je tuimelt van de ene crisis in de andere. Dat vind ik opvallend aan dit ambt; het gaat bijna dagelijks over zware onderwerpen.’Bij langlopende kwesties heeft Dorine geprobeerd meer duidelijkheid te bieden. ‘Ik heb regelmatig aangedrongen op een besluit. Zo van: “Er móet nu gekozen worden”. Want je merkt dat er binnen een gemeentelijke organisatie en ook binnen de politiek snel de neiging bestaat om wéér een onderzoek te laten instellen en wéér iets voor je uit te schuiven. Maar zo kom je er nooit. Dat is ook wat ik heb meegenomen uit het bedrijfsleven; durven doorpakken.’

Is ze van Ermelo gaan houden? Lachend: ‘O ja, dit dorp zit voor een stukje in mijn hart. Ik vind het een prachtige gemeente. Met fantastische natuur en de mensen zijn super gastvrij en hartelijk en zorgzaam. Dat zie je ook rondom de opvang van de 250 tot 300 vluchtelingen. Uiteraard komen er dan ook kritische vragen voorbij, maar de teneur is: “Natuurlijk vangen wij mensen op die in nood verkeren!”

Dorine dacht hooguit anderhalf jaar te blijven en daarom bleef ze wonen in Bemmel, tussen Arnhem en Nijmegen. ‘Maar het werd dus twee jaar en dat is voor een waarnemer best lang. Zeker als je niet in de gemeente woont. Ik vind dat een gemeente recht heeft op een burgemeester die in hun midden verkeert. Alleen al om die reden ben ik heel blij dat er een goede nieuwe burgemeester is gevonden. Maar hoe dan ook; Ermelo was een parel op mijn pad. Een boeiende periode.’

Elkaar iets gunnen

Met haar 68 jaar pakt ze vooralsnog geen nieuwe uitdagingen aan. Ze wil meer tijd voor haar partner, kinderen en kleinkinderen. Ook heeft ze nevenfuncties die de nodige aandacht vragen. ‘Ik had daar in overleg met de organisatie de donderdag voor vrijgehouden, maar de praktijk bleek weerbarstig. Alles om je heen vergadert door; burgemeester zijn vraagt al je tijd. Ik werk al vijftig jaar en houd van hard werken, maar dit waren pittige jaren. Nu mag ik iets rustiger aan doen. Eindelijk tijd voor die stapel mooie boeken. En ik heb een e-bike in de schuur die er nog véél te nieuw uitziet. O ja, dat komt wel goed.’

Heeft ze tot slot nog een advies voor haar opvolger? ‘Ik zou zeggen: probeer de eerste periode vooral heel goed te luisteren naar wat er allemaal leeft en houd in Ermelo voor ogen dat we elkaar iets moeten gunnen. Genoeg ambities, genoeg inzet, genoeg ideeën, maar dat is het belangrijkste; elkaar iets gunnen.’

Bekijk ook de afscheidsvideo

Bekijk ook de video waarin burgemeester Dorine Burmanje afscheid neemt.

Facebook
Twitter
WhatsApp

Gerelateerde berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *