Eppie Klein, de ontslagen waarnemend burgemeester van Scherpenzeel, wil via een kort geding zijn ontslag opgeschort krijgen. Om in bezwaar te gaan moest hij echter terecht bij de man die hem had ontslagen, namelijk de commissaris van de Koning van Gelderland, John Berends. Het is een unieke situatie. De rechtszaak, die donderdag plaatsvond, is een volgende stap in de soap rond de voorgenomen fusie van Scherpenzeel en Barneveld. Berends zei eerder dat Klein niet langer kon functioneren vanwege zijn bestuurlijk handelen. Het gaat om een brief die buiten medeweten van Klein, en onder zijn naam zou zijn geschreven, maar Klein ontkent dat. De provincie was groot voorstander van een samenvoeging, maar stuitte op fel verzet vanuit Scherpenzeel. Een meerderheid in die gemeente vindt dat het dorp, met zo’n 10.000 inwoners, prima zelfstandig kan blijven. Begin oktober kreeg Scherpenzeel gelijk van de minister van binnenlandse zaken. Kajsa Ollongren zette een definitieve streep door de fusie. Er was volgens haar te weinig draagvlak voor. Dezelfde dag nog zette Berends de waarnemend burgemeester uit zijn functie. Vanwege de timing ontstond in Scherpenzeel het beeld dat Berends dat deed vanuit rancune. Berends vond dat Klein te zeer partij koos in de kwestie, terwijl hij als burgemeester een verbinder had moeten zijn. Klein vindt die beschuldiging ongegrond. Bovendien heeft Berends volgens Kleins advocaten helemaal niet de bevoegdheid om een waarnemend burgemeester uit zijn functie te zetten. In de Gemeentewet staat weliswaar dat de commissaris van de Koning een waarnemer kan aanwijzen, maar er staat niet dat hij die ook weer kan ontslaan. Een door de kroon benoemde burgemeester kan immers ook niet door de commissaris van de Koning de laan uit worden gestuurd. Klein hoort volgende week van de rechter of hij mag terugkeren in zijn functie.