In de gemeente Putten is op een pluimveebedrijf vogelgriep vastgesteld. Om verspreiding van het virus te voorkomen worden de circa 23.000 kippen op het pluimveebedrijf geruimd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De gemeente Putten is op de hoogte gesteld van de besmetting. Namens de gemeente heeft burgemeester Lambooij inmiddels contact gehad met de eigenaar van het bedrijf. “Een klein jaar geleden was er voor het laatst vogelgriep in onze gemeente. Helaas is er nu weer een pluimveehouder getroffen. Het behoeft geen nader betoog dat hij zeer aangeslagen is. Daarnaast heeft dit natuurlijk een grote impact op de omliggende en pluimvee verwerkende bedrijven. Dit raakt velen in Putten en omgeving”.

Binnen de 1-kilometerzone liggen geen andere pluimveebedrijven. Binnen de 3-kilometerzone liggen 13 pluimveebedrijven. Deze bedrijven worden klinisch gescreend door de NVWA en vervolgens gedurende 10 dagen door de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) gemonitord. In de 10-kilometerzone liggen 58 andere bedrijven met pluimvee.

Maatregelen in de beperkingszone van 10 km

In de hele 10-kilometerzone geldt per direct een vervoersverbod. Ermelo, en een deel van Harderwijk en Nijkerk liggen in de 10-kilometerzone van dit bedrijf. Dit betekent dat er vanaf locaties met vogels in deze zone geen pluimvee en broed- en consumptie-eieren vervoerd mogen worden. Ook geldt een verbod voor de afvoer van mest van vogels en gebruikt strooisel, en voor andere dieren en dierlijke producten afkomstig van bedrijven met vogels. De aanvoer van pluimvee naar de in de 10 km-zone liggende slachterijen moet via aangeduide routes plaatsvinden.

Ophok- en afschermplicht

Ook geldt een ophok- en afschermplicht in de hele 10-kilometerzone. De ophokplicht is van toepassing op alle commercieel gehouden vogels en de afschermplicht geldt voor niet commercieel gehouden risicovogels (bijvoorbeeld hobbymatig gehouden kippen). De ophok- en afschermplicht is een effectieve preventieve maatregel om nieuwe besmettingen te voorkomen, omdat de kans op contact tussen wilde besmette vogels en gehouden vogels verkleind wordt.

Al deze maatregelen zijn nodig om verspreiding naar andere delen van het land te voorkomen.

Waar de 10-kilometerzone ligt, is te zien op de dierziektenviewer van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).